Voor containers binnen de vertrouwensketen kunnen vervoerders handmatig het containertype aanpassen (bijvoorbeeld van 22G1 naar 42G1) in de statusaanvraag of voormelding. Hierdoor hoeven vervoerders niet telkens opnieuw genomineerd te worden door de Cargo Director wanneer er een verschil is tussen het bij de terminal bekende containertype en het type dat bij de rederij geregistreerd staat.