Met de Quick Start Guide leggen we u in een aantal korte stappen uit hoe u de service Melding Gevaarlijke Stoffen gebruikt.
Ga naar pcs.portbase.com en voer uw inloggegevens in. Het tabblad ‘Gevaarlijke goederen’ vindt u onder Scheepsmelding.
Elke vrachtafhandelaar kan gevaarlijke goederen melden. Klik op de vrachtafhandelaar om het rapport van de gevaarlijke goederen te zien.
Gevaarlijke lading bij aankomst
In het bovenste deel specificeert u de gevaarlijke en/of schadelijke lading die bij aankomst van het schip in de haven aan boord is. Voor bulkschepen geeft u dit per tank of ruim aan.
Handling per ligplaats
Het scherm toont automatisch alle ligplaatsen die tijdens het scheepsbezoek worden bezocht, zoals deze zijn opgegeven in het “Visit” scherm. Per ligplaats die bezocht wordt, geeft u de verschillende ladingoperaties aan die op die ligplaats plaatsvinden. Dit betreft in ieder geval de los- en laadactiviteiten; voor liquid bulk specificeert u hier ook de schoonmaakactiviteiten (wassen, ventileren) en inertiseren.
Gevaarlijke lading bij vertrek
Het PCS leidt de gevaarlijke en/of schadelijke lading bij vertrek automatisch af van uw specificaties hierboven. U hoeft hiervoor dus zelf niets meer in te geven. In het PCS kunt u bij elke ligplaats de gevaarlijke en/of schadelijke lading die bij aankomst bij die ligplaats aan boord is opvragen. Dit kan ook voor het exit point; daar toont het PCS dan de gevaarlijke en/of schadelijke lading die aan boord is bij vertrek uit de haven.
Compleet melden en versturen
Wanneer u klaar bent met het registreren van de gevaarlijke stoffen, dan klikt u op ‘complete’. Daarna komt u in het scherm waarbij u de gecompleteerde melding kan versturen.
Upload stuwage formulier
Het is mogelijk om een leeg Excel-formulier te downloaden en de gevaarlijke en/of schadelijke lading bij aankomst te laten invullen door de gezagvoerder of zijn bemanning. Vervolgens kunt u het ingevulde formulier in het scherm uploaden en gebruiken in uw melding aan de havenmeester.
Download stuwage bij vertrek
De gevaarlijke en/of schadelijke lading aan boord bij vertrek (door het PCS automatisch berekend; zie Algemene opzet) is ook te downloaden als Excel-formulier. Dit kan desgewenst geüpload worden voor een volgend bezoek.
Gedeeltelijk lossen van bulklading
Bij het specificeren van een losactiviteit kunt u aangeven dat een tank of ruim gedeeltelijk gelost wordt; u geeft hierbij dan de hoeveelheid op die op de ligplaats gelost wordt. Op basis van de hoeveelheid bij aankomst en de geloste hoeveelheid berekent het PCS automatisch hoeveel er nog aan boord is bij vertrek. Op deze wijze hoeft u de specifieke gegevens van deze stof slechts eenmaal (bij de lading bij aankomst) in te voeren.
Vletwerk
In de meldapplicatie is het nu ook eenvoudig mogelijk om vletwerk (laden en lossen binnen hetzelfde scheepsbezoek) te melden. Dit kan door simpelweg de ladingoperatie te melden bij de ene ligplaats, en de losoperatie bij de andere ligplaats.
Doorvoeren (transit)
Bij doorvoeren van lading voert u deze in bij de “lading bij aankomst”. U hoeft voor deze lading verder geen handling aan te geven (doorvoeren is immers juist het ontbreken van handling). Het PCS neemt deze lading automatisch weer op in de lading bij vertrek.
Lading bij aankomst (‘Tanks at Arrival’)
Het is verplicht om lege, niet schone ladingtanks te melden aan de havenmeester. Om beter overzicht te houden en te voorkomen dat u een of meer van deze tanks vergeet, neemt u in de ‘Tanks At Arrival’ de volledige tankconfiguratie van het schip op. Daarna geeft u per tank aan wat de status van die tank is. Voor tanks met lading is dit ‘not empty’, voor lege tanks dient u onderscheid te maken tussen ‘residue’ (restant achtergebleven na het lossen), ‘not gas free’ (schoongemaakt maar niet geventileerd) en ‘empty’ (schoon en geventileerd). Voor elk van deze statussen gebruikt u de toevoeging ‘inert’ als dat van toepassing is.
Slop-tanks
U kunt de speciale slop tanks (of ladingtanks waarin waswater is opgeslagen) opnemen als reguliere ladingtanks, en hierbij de status ‘Residue (inert)’ opgeven. In de tankcodering voegt U een “S” toe op de derde positie, om aan te geven dat het om een sloptank gaat. Bijvoorbeeld “03SP”; “04SS”. Als stofnaam vermeldt u de (meest bepalende) stof waarvan het waswater betreft. In het opmerkingenveld geeft u aan dat het om waswater gaat.
Ladingoperaties (‘Handlings’)
Per ligplaats geeft u op welke handling plaatsvindt, en voor welke tank(s). De verschillende typen handling zijn ‘Discharge’, ‘Washing’, ‘Ventilation’, ‘Loading’, ‘Blending’ en ‘Inerting’. Alleen tanks die zijn opgenomen in de ‘Tanks At Arrival’ kunnen worden geselecteerd bij de handling op een ligplaats. Verder bepaalt PCS (op basis van de tankstatus) automatisch welke soorten handling van toepassing zijn op welke tanks. Zo kunt u ‘Washing’ niet toepassen op niet-lege tanks. Op die manier wordt de kans op fouten bij de invoer verkleind.
Washing / Ventilation
Als op een ligplaats wordt schoongemaakt, voegt u op die ligplaats een handling van het type ‘Washing’ toe, waarbij u kan aangeven of het om een pre-wash gaat of om een medium/commercial wash. In het laatste geval geeft u ook de bestemming van het waswater aan (aan boord in dezelfde of een van de andere tanks, ship-to-ship of van boord). U kunt bij een commercial wash ook aangeven als er direct na de wash geventileerd wordt.
Voor tanks die eerder al gewassen zijn en alleen geventileerd worden, kunt u een handling van het type ‘Ventilation’ gebruiken.
Blending
Het bijladen van tanks met dezelfde stof kan middels een normale ‘Loading’ handling gedaan worden. Wanneer een andere stof aan de lading in een tank wordt toegevoegd waarbij weer een andere (gevaarlijke en/of schadelijke) stof ontstaat, gebruikt u een handling van het type ‘Blending’. Hierbij geeft u aan welke stof wordt bijgeladen (een vrije-tekstveld; de bij te laden stof is niet per se schadelijk of gevaarlijk), wat de resulterende gevaarlijke en/of schadelijke stof is en de hoeveelheid die is toegevoegd.
Inerting
Om te zorgen dat de status van de tanks bij vertrek goed door PCS kan worden bepaald, is het belangrijk om ook eventuele inertisering van tanks te specificeren.
Lading bij aankomst (‘Holds at Arrival’)
In dit deel neemt u de ruimen op waarin bij aankomst in de haven schadelijke en/of gevaarlijke lading aanwezig is. Ruimen met bulklading waarvan de betreffende stof niet is aangemerkt als schadelijk of gevaarlijk hoeft u niet te melden, tenzij deze zijn ontsmet (zie onder). Ook lege ruimen hoeft u niet te melden.
Verschillende stoffen in 1 ruim
In de meldapplicatie wordt uitgegaan van maximaal 1 stof per ruim. Als een ruim is verdeeld door middel van tussenschotten, en er zodoende verschillende stoffen in het ruim aanwezig zijn, moet u deze als afzonderlijke ‘Position’ opnemen (bijvoorbeeld door toevoeging van een letter achter de ruim-identificatie).
Ontsmette lading
Voor bulklading die in het buitenland is ontsmet kunt u bij de details van een ruim aangeven dat dit ruim ‘fumigated’ is. Vervolgens dient u hier de noodzakelijke gegevens te melden. Naast de melding moet u voor ontsmette lading nog een aanvullende verklaring insturen (betreffende inhuur van gassingsdeskundige, werken volgens pva en akkoord van ligplaatseigenaar).
Ontsmette bulklading niet zijnde een schadelijke en/of gevaarlijke lading kan voorlopig nog alleen gemeld worden als Breakbulk. Als lading meldt u “Fumigated Cargo transport unit UN 3359 Class 9” Bij “position” vult het ladingruimnummer in en bij “Gross Weight” de hoeveelheid lading. Bij “Remarks” meldt u de naam van het gebruikte fumigant, de datum van behandeling met het ontsmettingsmiddel en welke gassingsdeskundige (Bedrijfsnaam) de operatie gaat leiden. Het aantal outer package is 1 en type outer package kan NE – Unpacked gemeld worden.
Lading bij aankomst (‘Containers at Arrival’)
In dit deel neemt u de containers op waarin bij aankomst in de haven schadelijke en/of gevaarlijke lading aanwezig is. Containers waarin geen schadelijke en/of gevaarlijke stoffen aanwezig zijn hoeft u niet te melden. Uitzondering hierop zijn lege tankcontainers waarin zich nog ladingrestanten (inclusief dampen) kunnen bevinden. Bij deze containers geeft u de betreffende stof aan en dat ze ‘unclean’ zijn. Het PCS zet de hoeveelheidsgegevens dan automatisch op nul.
Als buitenverpakking geeft u de buitenste verpakkingslaag binnen de container aan (de container zelf is dus geen verpakking). Als binnenverpakking geeft u de binnenste verpakkingen aan.In overeenstemming met de ISO standaard 9711-1 moet de stuwage op containerschepen gemeld worden volgens Bay/Row/Tier format: BBBRRTT. Als het baai nummer minder dan 3 cijfers bevat moet deze vooraf gegaan worden door een nul (0). Het PCS ondersteunt dit middels automatisch aanvullen tot 7 posities.
Containers op RO-RO-schepen worden ‘gewoon’ als container gemeld. Formaat van de stuwagelocaties op RO-RO-schepen is anders dan voor containerschepen, nl. “0011333XXX44” (waarbij 00 het Deck, 11 de Lane, 333 de Position, XXX het Reference Point (“FOR” of “FRN”) en 44 het Level is.
Restowage
Wanneer bij het laden en lossen op een ligplaats transit-containers op een andere positie aan boord worden geplaatst, kunt u dit in het scherm eenvoudig aangeven door gebruik te maken van de “Restow” handling. Per container geeft u daarbij de nieuwe stuwagepositie op.
Lading bij aankomst (‘Trailers at Arrival’)
In dit deel neemt u de trailers op waarin bij aankomst in de haven schadelijke en/of gevaarlijke lading aanwezig is. Trailers waarin geen schadelijke en/of gevaarlijke stoffen aanwezig zijn, hoeft u niet te melden. Naast trailers geeft u op deze manier ook vrachtwagens met vaste huif op waarin lading aanwezig is.
Als buitenverpakking geeft u de buitenste verpakkingslaag binnen de trailer aan. Als binnenverpakking geeft u de binnenste verpakkingen aan.
Vrachtwagens en trailers worden in de regel vervoerd op RO-RO-schepen. Formaat van de stuwagelocaties op RO-RO-schepen is Deck/Lane/Position(FOR or FRN)/Level.
Lading bij aankomst (‘Breakbulk on Arrival’)
In dit deel neemt u de stukgoed items bij aankomst in de haven op met schadelijke en/of gevaarlijke stoffen. De betreffende stukgoed items worden door het PCS automatisch genummerd; deze nummers dienen ter identificatie van de bij de losactiviteiten te selecteren ladingitems.
Als buitenverpakking geeft u de buitenste verpakkingslaag binnen de trailer aan. Als binnenverpakking geeft u de binnenste verpakkingen aan.
Heeft u vragen of heeft u hulp nodig tijdens het gebruik van deze service? Dan kunt u contact opnemen met onze Customer Service:
+31 (0)88 625 25 25
customerservice@portbase.com
Wij maken gebruik van cookies. Zoals functionele cookies om uw websitebezoek makkelijker te maken en analytische cookies voor het verzamelen van inzichten uit bezoekersgedrag. Uw (bezoekers)gegevens blijven anoniem, zodat uw identiteit niet te achterhalen is.
Via ‘voorkeuren aanpassen’ kunt u uw toestemmingen aanpassen.