Hoe kan ik één of meerdere gebruiker(s) toevoegen?
Ik kan een terminal niet selecteren, hoe los ik dit op?
Voordat u een MID-melding naar een terminal kunt sturen, dient u voor deze terminal een terminalcontract te tekenen. Via dit terminalcontract accepteert u de verantwoordelijkheid voor het volledige en juist voormelden van uw documentgegevens aan de terminal.
Neem contact op met sales@portbase.com om voor de gewenste terminals het juiste terminalcontract te ondertekenen. De betreffende terminals en documenttypes worden vervolgens voor u geactiveerd in de service Melding Import Documentatie. Na activatie kunt u de terminal selecteren in de service.
Bij welke terminals kan ik Melding Domproc gebruiken?
De meeste terminals die bij Portbase zijn aangesloten ondersteunen de domproc regeling van de douane. Vrijwel alle terminals controleren wel eerst uw douanevergunning voordat zij Domproc-meldingen toestaan.
Via dit document controleert u welke terminals documentvoormelding onder de domproc regeling toestaan en of zij vooraf goedkeuring vereisen. Kijkt u hiervoor bij documenttypes Domproc (entrepot/invoer).
Vereist de terminal goedkeuring?
Neem dan contact op met de salesafdeling van Portbase en vermeld bij welke terminals u gebruikt wilt maken van de domproc regeling. Wij informeren u over de goedkeuringsprocedure bij deze terminals.
Na goedkeuring kunt u voor goederen die u onder de domproc regeling plaatst documentvoormeldingen naar de terminal insturen. Vanuit melding domproc doet u dit via de knop ‘informeer terminal’.
Kan ik Melding Domproc ook gebruiken voor goederen die per ferry worden vervoerd?
Ja, ook vanaf de ferryterminals kunt u goederen onder de domproc regeling plaatsen. In de service Melding Domproc kunt u de ferry-zending vinden door in het veld “B/L” het zendingsnummer in te vullen dat u hebt gekregen van de ferry-operator.
Kan ik Ladinginformatie gebruiken voor ferry-zendingen?
Ja, Ladinginformatie is ook geschikt zijn voor het volgen van uw lading via de Nederlandse ferryterminals.
Het volgen van uw ferrylading via de service Ladinginformatie is vergelijkbaar met het volgen van containers. U vult voor het volgen van de ferrylading het equipmentnummer en het zendingsnummer in. Een zendingsnummer wordt door de ferry-operator afgegeven bij de boeking van het transport.
Type equipment | Wijze van koppelen in de service Ladinginformatie |
Containers | Containernummer + B/L-nummer |
Trailers | Onbegeleid vervoer:Trailernummer + zendingsnummer
Bijvoorbeeld lading via CLDN: Begeleid vervoer: Bijvoorbeeld lading via Stena Line: |
Voor welke goederen kan ik de service Veterinair Inspectie Proces gebruiken?
U kunt deze service gebruiken voor het aanvragen van keuringen voor goederen in containers en voor goederen in trailers.
Wat voor code moet ik gebruiken voor breakbulk?
U kunt de onderstaande gegevens aangeven voor breakbulk:
Tot wanneer kan ik een manifest aanpassen?
Elk verstuurde import manifest naar de Douane kan tot 90 dagen na aankomst worden aangepast en doorgestuurd worden naar de Douane. Binnen 72 uur kan er zonder bewijs gewijzigd worden. Na 72 uur kan de Douane om meer informatie vragen.
Hoe geef ik een volgend schip op bij transshipmentcontainer in IFTMCS?
Wanneer u de gegevens van bijvoorbeeld de aansluitende feeder mee wilt geven in het IFTMCS bericht kunt u dit doen in het TPL segment.
Alleen de means of transport en de transport means name worden ingelezen. Alle overige velden worden door ons niet gebruikt.
TPL+SEA:::VSZP7'
Het is niet mogelijk om het reisnummer mee te geven. Met ECT Delta Terminal is afgesproken dat i.p.v. de scheepsnaam (in dit veld) ook het radio call sign kan worden meegegeven. In het TPL segment geef je alleen de vervolgmodaliteit op. Wanneer u een volgend schip wilt opgeven, vul dan de combinatie met het call sign of de scheepsnaam in.
Allowed values are converted to the domain values of the Mode_of_Transport domain:
BARGE = 8 (inland water transport)
RAIL = 2 (rail transport)
SEA = 1 (maritime transport)
TRUCK = 3 (road transport)
Hoe moet lading worden gemeld die binnen de haven blijft?
Bij lading die bijvoorbeeld wordt geladen op de ESSO en vervolgens wordt gelost bij VOPAK dan hoeft dit niet te worden aangegeven in het PCS.
Los hiervan zal er wel een vervoersdocument aangemaakt moeten worden.
Hoe moet ik de lading opgeven als lading overgedragen wordt?
In het import manifest, dient u deze op te geven als transhipment / sea in sea out. De uitgaande agent dient hem in het export manifest op te geven.
In de IFTMCS moet in het GOR segment de code 27 worden meegegeven. Het GOR segment ziet er als volgt uit:
GOR++:::C’ Gebruikt u voor communautaire lading
GOR++:::N27+:::27’ Gebruikt u voor communautaire transhipment lading
GOR+++:::27’ Gebruikt u voor niet communautaire transhipment lading
GOR++:::T1’ Gebruikt u voor goederen waarvoor een T1 document aan boord is
Hoe dien ik mijn lege containers in te sturen?
Lege containers dienen altijd ingestuurd te worden met een 4 in het EQD segment.
Wanneer ze ingestuurd worden met een 5, dan betekent dit dat ze vol zijn.
Een voorbeeld van een lege container;
EQD+CN+GESU4675537+4EG1+2++4'
U dient binnen 1 B/L alle containers of als leeg of als vol aan te geven. Let op: geen gemengde B/L met volle en lege containers.
Uitgaand naar de Douane wordt dit meegegeven bij het proces als 'E' mits er geen andere status in het scherm is opgevoerd bij custom status.
Aanpassing Melding Lading Import internet Japan
De Europese Unie en Japan erkennen elkaars veiligheidsprogramma's. Wanneer u beschikt over een AEO-certificaat Douanevereenvoudigingen en Veiligheid en u te maken heeft met goederenzendingen naar Japan, dan zult u minder vaak door de Douane gecontroleerd worden. Hetzelfde geldt voor Japanse AEO-exporteurs die goederen exporteren naar de EU. De Europese Commissie heeft in samenspraak met de Douane hier een tijdelijke oplossing voor u ingericht.
Wanneer u wilt profiteren van deze wederzijdse erkenning tussen de Europese Unie en Japan, dan dient u in uw summiere aangifte bij binnenkomst en de summiere aangifte voor tijdelijke opslag, in de rubriek 'Produced documents/certificates' de code Y031, en het unieke identificatienummer (hierna Y031 + JP ID) van het Japanse AEO-bedrijf te vermelden. Met deze code identificeert de Douane gecertificeerde bedrijven uit Japan.
Bovenstaande regeling is van toepassing voor uw summiere aangiften bij binnenkomst (ENS) en summiere aangiften bij lossing (SAL).
Voor het indienen van summiere aangiften bij de Douane, maakt u gebruik van de service Voormelding lading import (4-uurs) en/of Melding lading import Internet via Portbase. Portbase draagt er zorg voor dat indien u gebruik wilt maken van deze regeling, deze informatie per 1 juni 2012 op het webscherm kan invullen.
IFTMCS is verzonden maar het BL wordt niet getoond in de webschermen, hoe komt dit?
Een veel voorkomende oorzaak is dat bepaalde data in het ingestuurde bericht ontbreekt, zoals bijvoorbeeld de postcode consignee of een andere partij. Controleer of alle data in uw systeem is ingevoerd. Voor veel fouten worden ook negatieve aparaks en mailnotificaties verstuurd. U kunt deze notificaties instellen onder ‘My Profile’, notificaties instellingen.
Welke type equipments ondersteunt Melding Lading Import?
Melding Lading Import biedt ondersteuning voor diverse equipment types: containers, trailers, swap body en chassis.
Het manifest is afgewezen (rejected), maar wij kunnen niet terugvinden waarom. Wat is de reden hiervoor?
Er zijn verschillenden redenen waarom een manifest wordt afgekeurd door de Douane. U kunt hiervoor notificatie e-mails instellen, in deze notificatie staat dan de foutmelding die de Douane in de afkeuring meestuurt. U kunt de foutmelding zelf verhelpen en het bericht opnieuw verzenden.
Hoe vermeld ik doorgaande transit (T1) documenten op het manifest?
De douane heeft een werkwijze geschreven voor het melden van doorgaande NCTS (T1) documenten bij binnenkomst over zee.
De werkwijze vereist twee acties:
Werkwijze via systeemkoppeling
Indien u via een systeemkoppeling werkt, dan geldt de volgende richtlijn voor het IFTMCS bericht:
Het transit document kan toegevoegd worden onder het segment RFF+ACE ‘related document number’.
De nieuwe code '821' is toegevoegd aan de specificaties. Download de nieuwste berichtspecificaties op onze developer portal.
Bij het vermelden van zowel de douanestatus T1 als de documentsoort en het MRN nummer, zal de ATO automatisch door de Douane worden gezuiverd.